Ik ben al een week thuis, maar ik denk nog elke dag terug aan Bali. Vooraf las en hoorde ik uiteenlopende meningen over het Indonesische eiland (van ‘heerlijk’, tot ‘veel te druk’), maar ik ben er echt een beetje verliefd op geworden. En dit is waarom.
Sinds 2016 droomde ik al van een reis naar Bali. Puur een gevoel. Toch waren er steeds redenen om niet te gaan. Variërend van een zieke vader, waardoor ik niet zo ver wilde reizen, tot vulkaanuitbarstingen. Begin september 2019 stapte ik dan eindelijk op het vliegtuig.
Op woensdag 5 september liep ik om half tien ’s avonds door de glazen deuren van Bali Airport.
De taxichauffeur stond al op mij te wachten met een bord met mijn naam erop. Poeh, wat was het warm in mijn spijkerbroek en fleecetrui (waarom had ik dit ook alweer aangetrokken?). Ongeveer een uur later, reden we in het pikkedonker een smal straatje in en stopten we bij mijn hostel: Koming Guest House, in Canggu.
De taxichauffeur bracht me naar mijn kamer en daarna was ik alleen. Gek om ergens in het donker aan te komen. Geen idee wat ik precies kon verwachten van het hostel en van Canggu. Ietwat onrustig, stapte ik in (het enorme) bed om te gaan slapen.
De volgende ochtend deed ik de schuifdeuren van mijn kamer open en stapte mijn veranda op. Ik keek uit op een kleine tuin met zwembad en een paar ligstoelen, waar al wat medereizigers op lagen te zonnen of te werken op een laptop.
Wat een heerlijke temperatuur, en wat een rustgevende plek. Ik voelde me meteen thuis. Bij de receptie, bestelde ik mijn ontbijt en even later genoot ik van een kopje thee, bananenpannenkoekjes met granola en verse jus. Smullen!
De volgende paar dagen maakte ik strandwandelingen, wandelingen door de rijstvelden en wandelingen van en naar yogastudio’s.
Een scooter huren was voor mij geen optie (geen rijbewijs), dus ik kreeg genoeg beweging. Ik volgde yogalessen bij The Practice en bij Samadi. Vooral deze laatste plek vond ik heel mooi en fijn.
Na de lessen at ik in één van de talloze gezonde eettentjes. Als je houdt van avocadosalades, smoothie bowls en granola ontbijtjes kom je hier behoorlijk aan je trekken.
Canggu is druk, maar toch hangt er een prettige sfeer. Al is het soms wel wat te ‘hip’ voor mijn smaak en hou ik niet zo van die overvolle strandtenten met harde muziek. Doe mij maar een rustig strand!
Na een paar dagen was ik wel toe aan de volgende plek: Ubud. Ik was zó nieuwsgierig naar dit spirituele hart van Bali.
Weer had ik een fantastisch hotel: Tegal Sari. Een oase van rust tussen twee rijstvelden, midden in (de chaos van) Ubud .
Direct na aankomst, ging ik naar de Yoga Barn om de hoek, om even te landen tijdens een yin yoga les. Een grote yogastudio met veel mensen in de les, maar toch vond ik dat – tot mijn verbazing – niet vervelend omdat de sfeer heel rustgevend was.
De volgende dagen maakte ik excursies: mountainbiken vanaf een vulkaan, met een chauffeur naar de UNESCO werelderfgoed rijstvelden Jatiluwih. Ik wandelde de Campuhan Ridge Walk, één van de bekendste wandelroutes door de rijstvelden in Ubud. En de wandeling Warung Bodag Maliah, die ik eigenlijk nog mooier vond.
Ik boekte massages en spabehandelingen, zoals een bloemenblad. Tussendoor volgde ik yogalessen in de Yoga Barn, Radiantley Alive en Ubud Yoga House (tussen de rijstvelden), van hele goede docenten. Zo lekker!
Ubud is heel erg druk, met hordes toeristen en luid toeterend verkeer. Ik had me erop ingesteld, dus ik vond het niet zo erg als ik vooraf dacht. Ondanks alle prikkels, had ik er nog wel wat langer willen blijven.
Hier in Ubud heb ik echt het Balivirus te pakken gekregen.
De omgeving is mooi, de yogazalen prachtig (midden in de natuur), de yogalessen goed, er is veel te doen en je kunt er goed eten. Ik nam lekker veel de tijd voor yoga en voor self care en voelde me honderd procent ontspannen en helemaal mijzelf.
Na Ubud vertrok ik naar Sanur, voor nog een paar dagen strand, waarna ik weer op het vliegtuig zou stappen naar Nederland. Sanur vond ik geen leuke plek, ik kon niet wennen aan de compleet andere sfeer in vergelijking met Ubud.
Na anderhalve week veel doen en zien en alle prikkels om me heen, stortte ik hier neer op een strandbedje, om een paar dagen nauwelijks meer op te staan (toch ook best fijn).
Eenmaal thuis realiseerde ik mij waar het aan lag dat ik me op Bali, en vooral in Ubud, zo fijn voelde.
Naast de heerlijke yogalessen en de spiritualiteit, is er ook echt een andere energie op Bali dan in Nederland. Hierdoor en door de vriendelijke en gastvrije Balinezen, het rustgevende hindoeïsme en een eiland dat al je zintuigen prikkelt, ben ik verliefd geworden op Bali. Ik heb zelfs een beetje heimwee nu ik weer terug ben. Ik heb nog maar heel weinig gezien van het eiland, dus ik ga zeker terug. Hopelijk voor een langere tijd!